16.6.13

Week 54: een kus in de nek

Het was precies een jaar geleden – mijn derde week in LA – toen ik twee Nederlandse vrouwen ontmoette die me vroegen om eens aan te sluiten voor een stranddag.

Op die bewuste dag, toen de zon bijna onderging, begon mijn hart sneller te kloppen en raakte ik verweven in hersenspinsels over deze twee fantastische vrouwen die al jaren in LA woonden, maar ook eigenlijk nog best wel Nederlands waren: moest ik ze nu zodadelijk een knuffel geven of drie kussen? Of één kus? Of een zwaai? Of een hand?

Mijn gedachten dwaalden af naar een sollicitatiegesprek van één van mijn vrienden, lang geleden in Nederland. Aan het einde van zijn sollicitatiegesprek boog zijn potentiële, toekomstige bazin naar hem toe om hem een hand te geven en als reactie gaf hij haar, in een vlaag van verstandsverbijstering, drie ongemakkelijke kussen. Hij werd aangenomen, dat wel, maar twee jaar na die bewuste dag wordt hij er nog steeds mee geplaagd. Dit zou mij niet gaan gebeuren, nam ik me voor.

Het einde van mijn stranddag was aangebroken en mijn nieuwe kennissen en ik liepen richting de strandopgang: hier zouden onze wegen scheiden. Ik voelde mijn oksels klotsen en toen ik genoeg zelfvertrouwen had verzameld om drie kussen te geven – het waren toch immer Nederlanders – boog ik naar de wang van mijn ene kennis, en zij naar mijn schouder waardoor ik haar opeens een kus in de nek gaf. Mijn hoofd versprong naar vuurrood, terwijl ik de andere kennis gedag zwaaide. Waarom?! WAAROM?! Ik stotterde een ‘daa-haag’ en wilde het liefst door het zand heenzakken.

Het snenario bleef me nog weken achtervolgen. En toen, opeens, toen ik over de ergste schaamte heen was werd ik boos: wie is degene die dit heeft bedacht?! Wie zei ooit: “drie kussen in Nederland!” “twee in Griekenland!” “een knuffel in de VS!”?! Degene die dit allemaal heeft bedacht is duidelijk iemand die genoot van genante situaties. Want wat zijn de regels nou als culturen en landen kruisen?

Een jaar later. Hoe ik verlangde naar deze tijd: ik zou geintegreerd zijn op elk vlak en ik zou met iedereen knuffelen. Maar niets is minder waar. Het is alleen maar erger geworden! Mijn Amerikaanse vrienden vinden de drie Nederlandse kussen zo hilarisch, dat ze mij soms drie kussen geven terwijl ik dan voor de knuffel ga. En de Grieken doen het op hun eigen manier (dat is twee), en soms op de Amerikaanse manier. De Italianen doen een luchtkus, onze goede Amerikaanse vrienden een hele dikke knuffel, alle andere Amerikaanse vrienden een luchtige knuffel, kennissen en winkelmedewerkers onverwachte knuffels, alle nieuwe Nederlanders in LA nog drie kussen (die vaak eindigt met een kus in de nek) en alle anderen doen de soort-van-knuffel.

Ik droom stiekem van een gedetailleerde wetgeving omtrent knuffelen en kussen, of gewoon dat we elkaar allemaal een high-five geven, maar tot die dag is aangebroken omarm ik alle awkwardness: lekker effe knuffelen.

30.1.13

week 35: geluksmomentje bij de tandarts

“How may I help you today?” vraagt de dame achter het loket met coupe soleil en een stralende glimlach. “Ehhhhh, can I make an appointment to remove my wisdom teeth?" met een bibberend handje overhandig ik  het doorverwijsbriefje met daarop mijn drie verstandskiezen omcirkeld, die er zo snel mogelijk uitgehaald moeten worden. Aldus mijn tandarts waarmee ik zojuist een afspraak had.

"But I am so-soo scared, my Dutch dentist traumatized me." piep ik. De dame knikt empathisch, en maakt een sussent lipje. “Well, welcome dear. We can help you! I am so proud you just came through that door!” Ik kleur rood terwijl het zweet op mijn voorhoofd staat. Wat verschikkelijk genant dit.
“The good news is, I have an open spot for you tomorrow!”
Paniekerig schud ik nee, maar ze blijft me vragend aankijken. “On a second thought, that’s ok.” verzucht ik. De dame glimlacht gulzig en ik lach als een boer met kiespijn.

Na een slapeloze nacht met nachtmerries over de tandarts in Nederland die zonder verdoving boorde gemixt met de geluiden die ik hoorde bij het trekken mijn ene verstandkies (waarna de hele procedure gestopt moest worden omdat ik zo overstuur was), is het zover: de dag dat ik voor het eerst naar de Amerikaanse kaakchirug zou gaan. 





Met klotsende oksels loop ik van de parkeerplaats naar de praktijk. Ik cirkel drie rondjes om het gebouw en bedenk me opeens dat de pijn van een paar dagen geleden weg is. Ik hoef dus eigelijk helemaal niet! Is dat even fijn. Kunnen ze ook gewoon een andere patient opbellen die het wel nodig heeft. Mijn telefoon trilt door een smsje van Martijn, 'ik zie je over vijf minuten binnen, schat!'. Zucht, omdraaien is dus geen optie.



“Hi Maaaaaaargoooo! It’s so great to have you. I’m so proud you came. Let me take your coat.” Dezelfde dame met de coupe soleil komt achter het loket vandaan en laat mijn jas van mijn natte rug afglijden. “Let me bring you to your room.” Ik volg haar door sfeervolle gangen met plantjes en foto’s van dieren. “This is it?!” vraag ik haar, terwijl ze me naar de kamer wijst. De enige overeenkomst met de kaakchirurg in Nederland is die ligstoel in het midden van de ruimte. “Just make yourself comfortable.”
Ik laat mezelf vallen in de fijne stoel en bestudeer het zicht vanuit raam: wapperende palmbomen en mooie mensen op mooie terrasjes. Links naast het raam een gigantisch flatscreen met National Geographic op. De kleuren van de overige wanden in lavendelblauw, onder zachte lampen.
"Dr. K. will be with you soon, ok?" zegt ze. Ik knik als een angstig hertje.
 


"Hello Margo! My name is Dr. K." Opeens staat een man van middelbare leeftijd met grijze lokken, spierballen en een guitige, sneeuwwitte lach in mijn kamertje. "So, let me take a look at your x-rays. Hmmm, it all looks pretty normal and I understand that you are a bit scared, Margo?"
Ik schud driftig van ja. "That is completely normal and guess what, we are going to give you a great experience. You will be sleeping during the procedure. No full anesthetics, just a little nap and you won't notice a thing! Do you have any questions for now?" Ik schud opgelaten van nee. "Then I'll send in the nurses and we can start in about ten minutes." Nu al?! Help!
Dr. K. verlaat de kamer en al snel ben ik omsingeld door drie (drie?!) lieftallige verpleegkundigen in witte pakjes, latex handschoenen en haarkapjes die zich een voor een voorstellen. Minuten later brengen ze zachtjes een aantal apparaten de kamer binnen, gelukkig achter mijn stoel gestationeerd zodat ik nog steeds de wapperende palmbomen zie, terwijl een van hen liefkozend door mijn haar kroelt. Het voelt bijna als heel fijn allemaal. "Dr. K. will be starting in 2 minutes. No worries, Margo, he is the best." zegt een van de verpleegkundigen. Jaja, denk ik. Een infuus wordt ingebracht en Dr. K. komt de ruimte weer binnen, nu in een witte jas. Hij kucht officieel, "Margo, what music genre do you prefer?" "Classical!" piep ik.
De lichten worden gedimd, Bach klinkt uit de speaker. Dr. K. vertelt me dat hij een spuitje gaat geven en dat ik zo ga slapen. Ik wil nog vragen waarom ik eigenlijk muziek mag uitkiezen terwijl ik slaap, of ben ik dan toch bij, waarom worden de lichten gedimd? ga ik pijn voelen, is het toch weer zoals in Nederland? Oh nee, oh neeeeee!

"Margo, we are finished. You did amazing."
Ik word langzaam in de zittende beweging geduwd door de verpleegkundigen. "All your wisdom teeth have been succesfully removed." De prachtige donkere verpleegkundige met stralende lach helpt me nu helemaal overeind en geeft me zomaar een dikke knuffel. "Good job." Ik krijg een icepack op mijn beide wangen getaped en wordt naar een speciaal kamertje geleid waar Martijn zit. Dus daarom zag ik niet van die verbouwde gezichtjes in de gewone wachtruimte! "En?!" vraagt hij. "Waas allemoal heuuul goeeed." probeer ik. Praten is dus geen optie. Dr. K. komt de ruimte binnen (die man is ook overal op het juiste moment) en na het delen de details van deze 'succesvolle operatie' mag ik met een preventieve antibioticakuur en flinke pijnstillers naar huis. 



Twee uur later zit ik op de bank met een nieuwe set vastgebonden icepacks en een bak ijs, terwijl mijn telefoon gaat. "Wul jij opnemee?" vraag ik Martijn. Hij neemt op, brabbelt iets onduidelijks en loopt naar me toe. "Schat, ik denk dat je deze wel wilt nemen." Ik verslik me in mijn frambozen ijs. "Wuattu?" zeg ik verbaasd terwijl hij de telefoon onder mijn oor duwt. "Euhh... Heulleuo?" kraam ik uit. "Margo, it's Dr. K. How are you? I just wanted to check up on you. Do you have any questions?" het ijs druipt langzaam mijn mond uit "Neuh, noht for now." "Ok Margo, if there is anything you want to ask me, please call me. Ok? Bye bye now." Tranen schieten in mijn ogen van de woorden van Dr. K. Even denk ik dat dit de gelukkigste dag uit mijn leven is.



xox Margo

9.1.13

week 32: sterretjes kijken

“Can I get your autograph?” ik kijk betrapt op uit het roddelmagazine waar ik zojuist lees over de nieuwe vriendin van Tom Cruise. “Sorry?” mompel ik. De donkere man met brede, lichtgevende glimlach en een afrokapsel lijkt nu helemaal zeker van zijn zaak: “Can I please get your autograph?” Ik blik snel rond in de grote kapperzaak, op zoek naar een grinnikende medewerker als bewijs dat dit een grap is. Ik kijk terug in zijn sprankelende, vragende ogen. “Who do you think I am?” vraag ik. Hij lacht “You are Taylor Swift, I knew it!” Wie?! Dit moet een grap zijn. “No, I’m not.” Ik bloos. “Yes, you are.” “NO, I am not!”. “Margo?” hoor ik een van de kapsters roepen. Ik veer omhoog en maak me snel uit de voeten.

Onder mijn knellende schort die de kleine, geblondeerde kapster hardhandig heeft omgedaan, frummel ik in mijn kleine tasje, op zoek naar mijn telefoon. Met mijn hand en telefoon net onder het schort vandaan, open ik google images en typ ‘Taylor Swift’. Dit lieve meisje op de foto had inderdaad mijn zus kunnen zijn. Ik gniffel. Oeps, dat was te hard, de kapster hoorde het. “Yeah, girl, you have some resemblance. But you are much cuter.” Het schaamrood stijgt me naar mijn kaken.

Even later fiets ik met een vers kapsel over de winderige boulevard. De mensen in LA lijken geobsedeerd door celebrities. Of kunnen mensen er gewoon niet omheen? Ik fiets langs het prachtige groene park met exotische bloemen en wapperende palmbomen. Zoals bijna dagelijks zie ik drie grote trailerbussen, kledingrekken en veel crew rondlopen. Waarschijnlijk een commercial, scene van een film of een fotoshoot aan de gang.

Een Nederlandse vriendin mailt me diezelfde dag nog of ik nu eindelijk filmsterren had gezien? Helaas moest ik haar teleurstellen. Hoe zeer ik ook quasi nonchalant mijn best doe om filmsterren te spotten, heb ik er nog nooit een gezien. Maar misschien komt het ook omdat de gemiddelde Angeleno qua lengte niet verder komt dan mijn kin.

Een dag later ben ik met Nederlandse LA vriendinnen in een foodcourt in een groot shoppingcenter. We praten luidruchtig in ons eigen taaltje – niemand die ons kan verstaan, heerlijk! Opeens zie ik een man van middelbare leeftijd verdacht lang onze kant op staren. Mijn vriendinnen hebben niets door en bespreken of ze sushi of een noodlesoup gaan bestellen. Volgens mij hebben we elkaar al eens eerder gezien. Ik lach vriendelijk naar de man met krulletjes en hij knikt terug. Terwijl ik een paar minuten mijn sushi bestel glimps ik nog eens naar de man. Hij staat op, lacht vriendelijk naar me en loopt de foodcourt uit. Warempel! Nu zie ik het. Ik ken hem van tv! Allemachtig! Het is Rene Mioch! Vol vreugde vertel ik mijn vriendinnen dat ik een Bekende Nederlander heb gezien. Ze kijken me een beetje teleurgesteld aan.

xox Margo

2.1.13

week 31: vliegen voor dummies

Mijn handtas beukt tegen de stoeltjes aan terwijl ik mijn trolley achter me aansleep. Rijnummer 38. Ik kijk paniekerig naar de raamkant, hopende dat de letters in deze rij anders zijn. Nee dus. Ik zit in het midden van het midden van het midden van het vliegtuig. Middelste rij, vijf stoelen naast elkaar, middelste stoel. Martijn schuift links naast me. “Nog best ruim, toch, schat?” Ik kijk hem wanhopig aan. “Hoelang doet de vlucht erover?” Alsof je dat niet weet, Margo. “11 uur schat. 11 uur.”

Terwijl de stoelen om ons heen in rap tempo gevuld worden bestudeer ik de stoel naast mij. Hé, de armleuning kan omhoog! Ik fantasteer over wat ik met de lege stoel ga doen.
Opeens pauzeert een oud, bruin, gerimpeld dametje bij onze rij. Ze bergt haar spullen op in de overhead locker. Ze kijkt me aan “Francais?” vraagt ze me, met een grote lach waarbij haar kunstgebit ontbloot wordt. “Je ne parle pas Francais” zeg ik haar, terwijl ik mijn hoofd schud. “Ah! Francaise!” ze praat met prachtige klanken maar ik versta er dus niets van. Ik lach lief. Please, please zit niet naast mij. Ze kijkt me fronsend aan en laat zich in de stoel aan de rechterkant van het gangpad zakken. Ik zucht opgelucht. De stewardess roept om dat over vijf minuten de deuren gesloten worden. Ik kijk met een grote lach naar de stoel naast me. In gedachten leg ik daar zo direct mijn benen, en dan val ik in slaap op de schoot van Martijn. Of het wordt gewoon een extra tafeltje. Of ik bouw een verhoogd kussen. Ik installeer alvast de Nederlandse tijdschriften en een zakje dropjes op mijn extra stoel en zet mijn handtas bij mijn extra beenruimte. Ik laat mijn hoofd op de schouders van Martijn vallen. Misschien is het zo nog wel uit te houden. Ik droom weg over de zon en het strand in Santa Monica en over onze Angeleno vrienden weer zien en over ons tripje naar Chicago en, en “Excuse me!” hoor ik een zware mannenstem roepen. Het oude vrouwtje is opgestaan en een kleine, zeer mollige donkerharige man van middelbare leeftijd probeert zich mijn rij in te wurmen. Míjn rij! Ik kijk hem vijandig aan maar het lijkt niet te helpen. Ik schuif defensief de armleuning naar beneden, gris de tijdschriften, dropjes en mijn tas weg. Ik kijk wanhopig verdrietig om me heen.

Een paar uur later.
Versuft schuif ik mijn oogklepje af. Martijn ligt tegen zijn hoofdsteun zachtjes te snurken. Ik kijk op mijn horloge. Tien minuten later dan toen ik net keek. Uit mijn ooghoeken kijk ik boos naar de man naast me. Hij lacht (denk ik) luidkeels om de film Ted. Zijn buik schudt mee. Ik laat mijn oordoppen maar inzitten en doe mijn kapje weer voor. Of eerst plassen? Laat Martijn slapen! Ja, hij slaapt. Ik wacht wel. Ik druk mijn ogen dicht en probeer vooral niet aan slapen te denken.

Tien uur na vertrek landen we op LAX. Mijn haar door de war, mijn pony recht omhoog en mijn gezicht lijkbleek. Als ik een beetje hink dan heb ik gek genoeg minder last van mijn rug. Martijn loopt als een zonnetje naast me.

Even later staan we bij de bagageband. De zon schijnt door het glas in mijn gezicht. Onze koffers landen met een doffe klap als eerste op de bagageband en al snel lopen we met een rolkarretje naar de Starbucks. “How are you today m’am? Did you arrive or are you about to take off?” vraagt de barista van de Starbucks me. Ik tover een glimlach te voorschijn. We zijn thuis.

xox Margo